De legende van Sint Joris en de draak wordt al sinds 1736 in Beesel levend gehouden. Elke zeven jaar staat heel Beesel in het teken van deze oeroude strijd tussen goed en kwaad. Destijds een kort toneelstukje uitgevoerd door enkele mensen, nu een openluchtspektakel dat in zes voorstellingen voor 15.000 mensen wordt opgevoerd. Een volwaardige theaterproductie, met een rijke historie.
Tijdens de kruistochten, eind 11e eeuw, komt de legende van Georgius (Joris) tot volle bloei. En dat terwijl Georgius in het jaar 303 als martelaar sterft. In 323 wordt hij heilig verklaard. Zijn sterfdag op 23 april wordt nog jaarlijks herdacht.
Pas na 1100 verschijnt in de verhalen een draak ten tonele en sinds de 14e eeuw wordt Sint Joris consequent en onlosmakelijk met draak afgebeeld. In Nederland is Beesel nog de enige plaats waar de legende levend wordt gehouden. In de Middeleeuwen worden veel kerken en kloosters naar Sint Joris vernoemd en later kiezen talloze organisaties en verenigingen, zoals schutterijen, broederschappen en scouts Sint Joris als patroon- of beschermheilige. Ook in het buitenland is Sint Joris een populaire patroonheilige, bijvoorbeeld in Engeland en Catalonië (Spanje).
De oudst bekende vermelding over het Draaksteken in Beesel dateert van 1736. Op kermismaandag verzamelt het volk zich in de gildekamer van schuttersgilde Sint Georgius. Zodra er voldoende mensen zijn, verschijnen Sint Joris en de draak ten tonele en wordt de draak gestoken. Bij deze opvoering wordt “Dat Liedeke van den Giftighen Draecke” gezongen. Tot de Franse bezetting (1797-1813) vindt het Draaksteken jaarlijks plaats, daarna nog maar om de paar jaar.
In 1864 wordt het Draaksteken voor de laatste keer in zijn oude vorm opgevoerd. Na de fusie tussen schutterij Sint Georgius en schutterij Sint Sebastianus komen steeds meer sprekende rollen in het spel voor.
In 1883 wordt het Draaksteken voor het eerst in drie bedrijven opgevoerd: het temmen van de draak bij de Maas, de zegetocht door het dorp en de doodsteek op de Markt. De volgende uitvoeringen van het Draaksteken vinden plaats in 1902, 1919, 1926 en 1935, waarna een Uitvoerend Comité Draaksteken wordt geformeerd binnen de schutterij. Dit comité krijgt de opdracht om het spel elke zeven jaar te organiseren, binnen de Rooms-katholieke kerk het getal van de volheid (zeven dagen in de week, zeven magere en vette jaren, etc.).
Sinds 1967 wordt het Draaksteken nog maar op één plaats opgevoerd, bij kasteel Nieuwenbroeck. In 1974 en 1981 wordt het aantal spelers en sprekende rollen verder uitgebreid. Onder regie van Har Huijs (Tegelen) ondergaat het spel ingrijpende wijzigingen, met onder andere meer dramatische scènes.
Sinds 1981 organiseert de Stichting Draaksteken Beesel het Draaksteken. De regie van de edities in 1988 en 1995 is in handen van Toine Mertens (Heerlen), die wederom het aantal rollen fors uitbreidt. Ook nemen steeds meer dieren – vooral paarden – deel aan het spel.
In 2002 en 2009 neemt Cees Rullens (Venlo) de regie voor zijn rekening. Nog meer verhaallijnen krijgen gestalte en met meer dan vijfhonderd spelers en vijftienduizend toeschouwers worden de ruim twee uur durende theatervoorstellingen grootser dan ooit!
Tijdens de meest recente editie in 2016 was de regie in handen van Jolanda Jonkers en Frank Rous.